paternosterboontje
- (IPA in voorbereiding)
- pa·ter·nos·ter·boon·tje
- samenstelling van paternoster en boontje zn
het paternosterboontje o
- verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord paternosterboon
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | paternosterboontje | paternosterboontjes |
verkleinwoord |
het paternosterboontje o dim. tant.
- (bloemplanten) Abrus precatorius een klimplant die vooral bekend is vanwege de zaden. Hiervan worden wel kettingen geregen, al bevatten de boontjes een sterk gif, abrine, een aan ricine verwante stof. Daarnaast diende het in India als gewichtseenheid ratti om het gewicht van munten te ijken. Het opeten van een enkele boon kan al fataal zijn. Als de betreffende stof direct in het lichaam zou worden geïnjecteerd, is een veel kleinere dosis al dodelijk
- Het woord 'paternosterboontje' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- [1] paternosterboontje op Wikidata