pastille
- pas·til·le
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | pastille | pastilles |
verkleinwoord | - | - |
- zuigtablet
- tablet als versnapering
- Het woord pastille staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "pastille" herkend door:
93 % | van de Nederlanders; |
92 % | van de Vlamingen.[4] |
- ↑ "pastille" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ pastille op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
pastille v
- (spreektaal) gat, anus [1]