parfumerie
- Geluid: parfumerie (hulp, bestand)
- IPA: / ˌpɑrfyməˈri / (4 lettergrepen)
- par·fu·me·rie
- van Frans parfumerie, op te vatten als afgeleid van parfum met het achtervoegsel -erie [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | parfumerie | parfumeries parfumerieën |
verkleinwoord | parfumerietje | parfumerietjes |
de parfumerie v
- (bedrijf) winkel waar men parfums verkoopt
- Jarenlang beheersten de grote ketens de markt van de beautyproducten, maar er is een kleine revolutie aan de gang. De nieuwe parfumerie is klein, exclusief en biedt advies op maat. En de klant, die mag met alle aandacht gaan lopen. [2]
- Een 32-jarige winkeldief uit Oldenzaal is eind vorige week in de kraag gevat bij een parfumerie in Wierden. [3]
- de reukwaren of parfums zelf
1. winkel waar men parfums verkoopt
- Het woord parfumerie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "parfumerie" herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[4] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ de Standaard ZATERDAG 23 SEPTEMBER 2017
- ↑ Tubantia 26-08-2017
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
enkelvoud | meervoud |
---|---|
parfumerie | parfumeries |
parfumerie
enkelvoud | meervoud | ||
---|---|---|---|
zonder lidwoord | met lidwoord | zonder lidwoord | met lidwoord |
parfumerie | la parfumerie | parfumeries | les parfumeries |
parfumerie v