parelmossel
- Geluid: parelmossel (hulp, bestand)
- pa·rel·mos·sel
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | parelmossel | parelmosselen parelmossels |
verkleinwoord | - | - |
- (tweekleppigen) tweekleppig weekdier van het geslacht Margaritifera , een in zoet water levende mossel die de rivierparels oplevert
- Het woord parelmossel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.