paramopieper
- (IPA in voorbereiding)
- pa·ra·mo·pie·per
- geoniem, samenstelling van Páramo en "regio in de Andes " en pieper zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | paramopieper | paramopiepers |
verkleinwoord | paramopiepertje | paramopiepertjes |
de paramopieper m
- (zangvogels) Anthus bogotensis een soort zangvogel uit de familie piepers en kwikstaarten van het geslacht Anthus . Deze soort komt voor van noordwestelijk Venezuela tot noordwestelijk Argentinië en telt 4 ondersoorten
- Het woord 'paramopieper' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.