parachutespringen

 
parachutespringen
  • pa·ra·chu·te·sprin·gen
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
parachutespringen


onvolledig














parachutespringen

  1. het uitvoeren van een sprong uit een vliegtuig of ballon, gevolgd door een vlucht met een parachute na het ontplooien ervan en de landing
    • Dankzij een Europese beurs en een dosis toeval kwam hij op de beste school voor ruimtevaarttechnologie in Europa terecht, ISAE in Toulouse, waar hij vliegtuigingenieur en ruimtewetenschapper werd. Hij combineerde twee masters en vond daarnaast tijd om te parachutespringen en een diepzeeduikers- en een pilotenbrevet te halen. ‘Nooit ben ik nog zo productief geweest.’ [1] 
    • Het gaat om zo'n zestig verschillende, zogenoemde 'voortgezette opleidingen' voor commando's, zoals parachutespringen, duiken en omgaan met explosieven. Deze opleidingen worden pas weer hervat als alle documentatie op orde is. [2] 
  1. de Standaard ZATERDAG 29 JULI 2017
  2. Tubantia Annick van der Peet 13-07-2017