papoeahoningvogel
- (IPA in voorbereiding)
- pa·poea·ho·ning·vo·gel
- samenstelling van Papoea en "oorspronkelijke bewoners van het eiland Nieuw-Guinea" en honingvogel zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | papoeahoningvogel | papoeahoningvogels |
verkleinwoord | papoeahoningvogeltje | papoeahoningvogeltjes |
de papoeahoningvogel m
- (zangvogels) Dicaeum geelvinkianum een zangvogel uit de familie Dicaeidae (bastaardhoningvogels). Deze soort is endemisch in Nieuw-Guinea en telt 11 ondersoorten
- Het woord 'papoeahoningvogel' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.