papoea-epaulethaai
- (IPA in voorbereiding)
- pa·poea·epau·let·haai
- samenstelling van Papoea en "oorspronkelijke bewoners van het eiland Nieuw-Guinea" en epaulethaai zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | papoea-epaulethaai | papoea-epaulethaaien |
verkleinwoord | papoea-epaulethaaitje | papoea-epaulethaaitjes |
de papoea-epaulethaai m
- (kraakbeenvissen) Hemiscyllium hallstromi een vis uit de familie van epaulethaaien en bamboehaaien (Hemiscylliidae ), orde bakerhaaien (Orectolobiformes ), die voorkomt in het westen van de Grote Oceaan, vooral rondom Papoea-Nieuw-Guinea. De vis is ovipaar en kan een maximale lengte bereiken van 75 cm
- bakerhaaien, haaien, haaien en roggen, kraakbeenvissen, kaakdieren, gewervelden, chordadieren, dieren
- Het woord papoea-epaulethaai staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.