pannenkoekenhuis
- Geluid: pannenkoekenhuis (hulp, bestand)
- IPA: / ˈpɑnə(n)ˌkukə(n)ˌhœys / (5 lettergrepen)
- pan·nen·koe·ken·huis
- samenstelling van pannenkoek zn en huis zn met het invoegsel -en-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | pannenkoekenhuis | pannenkoekenhuizen |
verkleinwoord | pannenkoekenhuisje | pannenkoekenhuisjes |
het pannenkoekenhuis o
- (horeca) restaurant waar hoofdzakelijk allerlei platte, ronde baksels van luchtig deeg met verschillende ingrediënten op het menu staan
Een pannenkoekenhuizen richten zich vaak op ouders die met kinderen uit eten gaan en vestigen zich dikwijls in de buurt van bestemmingen voor een dagje uit.- ▸ Na een dagje uitwaaien op het strand plof ik samen met een vriendin neer op het terras van een pannenkoekenhuis. Mijn pannenkoek smaakt prima, maar die van haar druipt van het vet en is weinig smaakvol.[1]
- Het woord pannenkoekenhuis staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Weblink bron Tessel van Aalst“Tevreden” (13 juli 2015) op nrc.nl