pacifiek
- pa·ci·fiek
- uit het Frans [1]
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | pacifiek | pacifieker | pacifiekst |
verbogen | pacifieke | pacifiekere | pacifiekste |
partitief | pacifieks | pacifiekers | - |
pacifiek [2]
- geneigd om vrede te stichten
- Het woord 'pacifiek' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "pacifiek" herkend door:
45 % | van de Nederlanders; |
70 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ pacifiek op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be