paasweekend
- Geluid: paasweekend (hulp, bestand)
- paas·week·end
- samenstelling van Pasen zn en weekend zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | paasweekend | paasweekends paasweekenden |
verkleinwoord | paasweekendje | paasweekendjes |
het paasweekend o
- periode van paaszaterdag tot en met tweede paasdag
- De wegen in de Bollenstreek zaten tijdens het paasweekend zo verstopt dat de Keukenhof mensen opriep thuis te blijven. Ook vandaag was het weer raak. Volgens Keukenhof-directeur Bart Siemerink kan de regio de toenemende drukte niet meer aan. ,,Voor bewoners en ondernemers is deze situatie onacceptabel.’’ [1]
- Het woord paasweekend staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Tubantia Annemieke van Dongen 23-04-19, Directeur Keukenhof: Bollenstreek kan drukte niet meer aan