• paar·den·vijg
enkelvoud meervoud
naamwoord paardenvijg paardenvijgen
verkleinwoord paardenvijgje paardenvijgjes

de paardenvijgv / m

  1. uitwerpsel van een paard
    • Hij gebruikt die paardenvijgen als mest voor zijn moestuintje. 
96 % van de Nederlanders;
90 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be