paaitijd
- paai·tijd
- samenstelling van paai ww en tijd
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | paaitijd | paaitijden |
verkleinwoord | - | - |
de paaitijd m
- (biologie) tijd van het jaar dat vissen zich voortplanten
- De paaitijd van deze soort is in het voorjaar.
- Het woord paaitijd staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "paaitijd" herkend door:
72 % | van de Nederlanders; |
69 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be