• over·sekst
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen oversekst oversekster (oversekstst) *
verbogen oversekste oversekstere (oversekstste) *
partitief overseksts overseksters -

oversekst

  1. teveel beheerst worden door seksuele lustgevoelens
    • Uw tuin is één oversekste toestand, zeker als er mezen wonen, de grootste schuinsmarcheerders van het vogelrijk. En die merel die daar zo verleidelijk fluit: let op, straks zet zijn wijfje de scheiding in. [1] 
  2. met teveel veel aandacht voor seks
    • Sterker nog, Nederland is eerder nog te bekrompen als het om seks gaat, dan ‘oversekst’. Immers, er zijn nog altijd meer kerken dan sekspaleizen. Serieuze media kennen wel kunst- maar geen seksbijlagen. Scholen geven meer sport- dan sekslessen. En allochtonen worden meestal op een religieuze, maar nooit op hun seksuele burgerschap aangesproken. Hoezo oversekst? [2] 
  • Omdat "-stst" moeilijk is uit te spreken en te verstaan kan voor de overtreffende trap beter de omschrijving "meest oversekst(e)" worden gebruikt. [3] [4]
95 % van de Nederlanders;
89 % van de Vlamingen.[5]
  1. de Standaard DONDERDAG 9 MAART 2017
  2. NRC Gert Hekma 25 september 2007
  3.   Weblink bron
    W. Haeseryn e.a.
    “6.4.3.1.2 Omschrijving van de trappen van vergelijking met meer en meest.” (januari 2019), punt 4 op e-ans.ivdnt.org (Algemene Nederlandse Spraakkunst)
  4.   Weblink bron “Omschreven trappen van vergelijking (algemeen)”, punt 3. op taaladvies.net (Nederlandse Taalunie)
  5.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be