overschakelen
- over·scha·ke·len
- samenstelling van over bw en schakelen ww
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
overschakelen |
schakelde over |
overgeschakeld |
zwak -d | volledig |
overschakelen
- inergatief een andere verbinding opzetten
- We schakelen nu live over naar de studio.
- inergatief zaken doen met een andere partij
- Helaas kan ik niet zomaar overschakelen naar een andere internetaanbieder.
- inergatief hersentoestand wijzigen naar iets totaal anders
- Sommige mensen kunnen zo op een ander onderwerp overschakelen, maar mij kost het altijd iets langer.
- inergatief naar een andere versnelling gaan
- Bij ongeveer 2000 toeren kun je het beste overschakelen naar de volgende versnelling, als je zuinig wilt rijden.
- [2] overstappen
1. een andere verbinding opzetten
2. zaken doen met een andere partij
3. hersentoestand wijzigen naar iets totaal anders
4. naar een andere versnelling gaan
- Het woord overschakelen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.