Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • over·klui·zen
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
overkluizen
overkluisde
overkluisd
zwak -d volledig

Werkwoord

overkluizen

  1. overgankelijk een civieltechnisch kunstwerk plaatsen waarmee een weg een andere weg, een plein of een waterloop (kruiselings) overwelfd wordt.
    • Bij het overkluizen werden bruggen, straten en gebouwen over het water gebouwd. 
Afgeleide begrippen


Gangbaarheid