• over·klui·zing
enkelvoud meervoud
naamwoord overkluizing overkluizingen
verkleinwoord overkluizinkje overkluizinkjes

de overkluizingv / m

  1. een civieltechnisch kunstwerk waarmee een weg een andere weg, een plein of een waterloop (kruiselings) overwelft.
    • De boer plaatst een overkluizing in de sloot.