• over·heids·func·tie
enkelvoud meervoud
naamwoord overheidsfunctie overheidsfuncties
verkleinwoord

de overheidsfunctiev

  1. een beroep dat iemand namens en voor de overheid uitoefent
    • In Noord-Brabant lukte het de pedagoog en letterkundige Hendrik Moller (1849-1940) niet-Nederlanders in een semi-overheidsfunctie benoemd te krijgen en verscheidene oud-activisten in katholieke scholen een baan te bezorgen. [1]
  2. een rol die door de overheid wordt vervuld
    • Met 'bestuur' wordt de overheidsfunctie van de uitvoerende macht bedoeld zoals we die kennen uit de klassieke trias politica. [2]
  1. Dedeurwaerder
    , Joris (2002). Professor Speleers: een biografie, p. 410. Uitg.: Academia Press, ISBN 9789038202433.
  2. Koekkoek
    , A.K. (2000). De Grondwet: een systematisch en artikelsgewijs commentaar, p. 415. Uitg.: Kluwer, ISBN 9789027151063.