overgieten
- overgíéten: Geluid: overgíéten (hulp, bestand)
- óvergieten: Geluid: óvergieten (hulp, bestand)
- over·gie·ten
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
overgieten |
overgoot |
overgoten |
klasse 2 | volledig |
overgíéten
- overgankelijk door gieten bedekken
- Zij overgoten de kalkoen met braadvocht.
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
overgieten |
goot over |
overgegoten |
klasse 2 | volledig |
óvergieten
- overgankelijk door te gieten in een ander vat brengen
- De wijn werd in een karaf overgegoten en op tafel gezet.
- Het woord overgieten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "overgieten" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ overgieten op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be