overgoten
- over·go·ten
- vervoeging van overgieten: de stam met de uitgang -en, zonder ge- vanwege voorvoegsel (is gelijk aan de onbepaalde wijs) maar met een klinkerwisseling ie-oo (IPAː /iː/ - /oː/)
vervoeging van |
---|
overgieten |
overgoten
- meervoud verleden tijd van overgieten
- Wij overgoten.
- Jullie overgoten.
- Zij overgoten.
- Wij overgoten.
- voltooid deelwoord van overgieten
- [1] goten over
- [2] overgegoten
vervoeging van |
---|
overgieten |
overgoten
- (in een bijzin) meervoud verleden tijd van overgieten
- ...dat wij overgoten.
- ...dat jullie overgoten.
- ...dat zij overgoten.
- ...dat wij overgoten.
- Het woord overgoten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.