• over·eten
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
overeten
overat
overeten
klasse 5 volledig

overeten

  1. wederkerend zich ~ uit gulzigheid te veel eten
    • Hij overat zich aan die heerlijke kersen en bekocht het met een flinke buikpijn. 
vervoeging van: overeten…
geen verbogen vorm

overeten

  1. voltooid deelwoord van overeten