oudejaar
- ou·de·jaar
- samenstelling van oud en jaar met het invoegsel -e- [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | oudejaar | - |
verkleinwoord | oudejaartje | - |
het oudejaar o
- (jaarwisseling) laatste dag van het jaar ofwel 31 december
- Het woord oudejaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "oudejaar" herkend door:
92 % | van de Nederlanders; |
95 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be