jaarwisseling
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- jaar·wis·se·ling
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van jaar en wisseling
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | jaarwisseling | jaarwisselingen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de jaarwisseling v
- (jaarwisseling) de overgang naar een nieuw kalenderjaar
- We hebben de jaarwisseling thuis gevierd.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Gangbaarheid
- Het woord jaarwisseling staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.