osmotisch
- os·mo·tisch
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | osmotisch | osmotischer | |
verbogen | osmotische | osmotischere | |
partitief | osmotisch | osmotischers | - |
osmotisch
- (medisch) door wederzijdse doordringing (osmose) veroorzaakt
- Het woord osmotisch staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "osmotisch" herkend door:
65 % | van de Nederlanders; |
70 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be