organisatiebureau

  • or·ga·ni·sa·tie·bu·reau
enkelvoud meervoud
naamwoord organisatiebureau organisatiebureaus
verkleinwoord organisatiebureautje organisatiebureautjes

het organisatiebureauo

  1. bedrijf dat iets tot stand brengt; bedrijf dat iets regelt
     Uit de 250 e-mails blijkt dat de leiding van het organisatiebureau AEG zich grote zorgen maakte over de enorme kosten van de nieuwe Jackson-tournee. Het bedrijf verloor uiteindelijk 17,5 miljoen dollar toen Jackson vlak voor de start van de tournee overleed.[2]
     De voormalige topman van de failliete DSB-bank Dirk Scheringa is een nieuw bedrijf begonnen. Het organisatiebureau met de naam Sprekersbureau Homerus regelt op aanvraag sprekers, presentatoren en dagvoorzitters.[3]
  2. bedrijf dat de leiding van een organisatie adviseert op het gebied van de bedrijfsorganisatie


  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron “Jackson in paniek vlak voor dood” (03-09-2012), NOS
  3.   Weblink bron “Dirk Scheringa opent sprekersbureau” (19-01-2011), NOS