ordenend
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- or·de·nend
Werkwoord
vervoeging van: | ordenen |
verbogen vorm: | ordenende |
ordenend
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | ordenend | ||
verbogen | ordenende | ordenendste | |
partitief | ordenends | - | - |
Bijvoeglijk naamwoord
ordenend
- bezig zijn met zaken te organiseren
- Er zijn zo veel ordenende mechanismen die ervoor zorgen dat we ons thuis voelen in de wereld. Zo voelen we ons meestal veiliger in een omgeving waar we mensen kennen. Even met iemand praten kan wonderen verrichten. [1]
Synoniemen
Verwijzingen
- ↑ HP de Tijd 27/02 | 2015 door:Nick Muller Dit is de nieuwe Denker(es) des Vaderlands, en zo denkt ze over Zwarte Piet en euthanasie