regelend
- re·ge·lend
vervoeging van: | regelen |
verbogen vorm: | regelende |
regelend
stellend | |
---|---|
onverbogen | regelend |
verbogen | regelende |
regelend
- van iemand dat hij iets organiseert
- De Colombiaanse Bloedgroep maakt hiphop waarover je moet nadenken. Ons doel is om shopverslaafde, bij het Centraal Station chicks regelende gasten iets te leren over Socrates. [1]
- Het woord regelend staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Het Parool 30 mei 2008 'Ik weet dat ik niks weet'