oranjeborststekelkruin

Nederlands

 
Uitspraak
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • oran·je·borst·ste·kel·kruin
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord oranjeborststekelkruin oranjeborststekelkruinen
verkleinwoord oranjeborststekelkruintje oranjeborststekelkruintjes

Zelfstandig naamwoord

de oranjeborststekelkruinv / m

  1. (zangvogels) Phacellodomus ferrugineigula   een zangvogel uit de familie Furnariidae   (ovenvogels). Deze vogel komt voor in Zuid-Amerika. Het verspreidingsgebied van de oranjeborststekelkruin strekt zich uit van het noorden van Uruguay tot het zuidoosten van Brazilië
Hyperoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie