oppositieleider Joop den Uyl
  • op·po·si·tie·lei·der
enkelvoud meervoud
naamwoord oppositieleider oppositieleiders
verkleinwoord

de oppositieleiderm

  1. (politiek) een titel voor meestal het parlementslid dat politiek leider is van de grootste politieke fractie die niet in de regering zit
     Vandaag loopt het door de Wit-Russische oppositieleider Svetlana Tichanovskaja ingestelde ultimatum tegen president Loekasjenko af.[1]
     Het Russische ziekenhuis dat oppositieleider Aleksej Navalny behandelt, weigert zijn overplaatsing naar een ander ziekenhuis. Volgens de hoofdarts gaat het iets beter met Navalny, maar is zijn toestand niet stabiel genoeg om hem te laten vertrekken.[2]
  1.   Weblink bron “Honderdduizenden betogers in Wit-Rusland op laatste dag ultimatum” (ZO 25 OKTOBER 2020), NOS
  2.   Weblink bron “Vliegtuig staat klaar, maar ziekenhuis laat Navalny niet gaan” (VR 21 AUGUSTUS 2020), NOS