• op·na·me·stop
enkelvoud meervoud
naamwoord opnamestop opnamestops
verkleinwoord

de opnamestopm

  1. situatie dat een instelling geen nieuwe patiënten of cliënten een plaats kan geven
     Wachtlijsten zijn eigenlijk in heel Nederland aan de orde van de dag, maar een echte opnamestop heb ik nog nooit meegemaakt in de 25 jaar dat ik in deze sector werk. Niet bij zo'n grote organisatie, en al helemaal niet bij het Leger des Heils.[1]
     De intensivecare-afdeling voor kinderen van het VU medisch centrum in Amsterdam sluit definitief vanwege een tekort aan kinder-ic-verpleegkundigen. Afgelopen juli kondigde het Amsterdam UMC, waar het VUmc onder valt, al een opnamestop aan.[2]
  1.   Weblink bron “Crisis bij daklozenopvang Amsterdam: opnamestop bij Leger des Heils” (14-06-2019), NOS
  2.   Weblink bron “VUmc sluit kinder-ic definitief wegens personeelstekort” (09-09-2018), NOS