• op·hok·uur
enkelvoud meervoud
naamwoord ophokuur ophokuren
verkleinwoord ophokuurtje ophokuurtjes

het ophokuuro

  1. (pejoratief) ingeroosterde periode die middelbare scholieren verplicht in een lokaal doorbrengen zonder onderwijs te genieten
    • Het schoolbestuur voerde ophokuren in om aan een wettelijk vastgesteld minimumaantal lesuren te kunnen voldoen.