ophokuur
- op·hok·uur
- samenstelling van ophok ww en uur zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ophokuur | ophokuren |
verkleinwoord | ophokuurtje | ophokuurtjes |
het ophokuur o
- (pejoratief) ingeroosterde periode die middelbare scholieren verplicht in een lokaal doorbrengen zonder onderwijs te genieten
- Het schoolbestuur voerde ophokuren in om aan een wettelijk vastgesteld minimumaantal lesuren te kunnen voldoen.
- Het woord ophokuur staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.