lesuur
- les·uur
- samenstelling van les en uur
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | lesuur | lesuren |
verkleinwoord | lesuurtje | lesuurtjes |
het lesuur o
- (onderwijs) de periode waarin iemand les heeft
- Een lesuur duurt meestal 45 à 50 minuten.
- Het woord lesuur staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "lesuur" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[1] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be