Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • les·uur
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord lesuur lesuren
verkleinwoord lesuurtje lesuurtjes

Zelfstandig naamwoord

het lesuuro

  1. (onderwijs) de periode waarin iemand les heeft
    • Een lesuur duurt meestal 45 à 50 minuten. 

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be