opdreggen
- op·dreg·gen
opdreggen
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
opdreggen |
dregde op |
opgedregd |
zwak -d | volledig |
- van onder het wateroppervlak weer naar boven halen
- ▸ De daders vluchtten op de motorscooter, die de politie later zou opdreggen uit de Kostverlorenvaart - een zwarte Piaggio Beverly. Verscheidene getuigen hadden de mannen zien rijden, de bijrijder met de kalasjnikov tussen zijn benen.[2]
- ▸ Ook het opdreggen van lichamen, onder meer na fatale auto- of bedrijfsongevallen, behoort tot het takenpakket.[3]
- Het woord opdreggen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "opdreggen" herkend door:
60 % | van de Nederlanders; |
37 % | van de Vlamingen.[4] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron Maarten van Dun en Paul Vugts“Oplossing liquidatie van onschuldige man in West dichtbij” (9 december 2017,), Het Parool
- ↑ Weblink bron Dick den Braber“Rotterdamse havenmannen van het jaar” (08-03-2017), Reformatorisch Dagblad
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be