• op·biech·ten

opbiechten

  1. overgankelijk toegeven dat men iets kwaads gedaan heeft
    • Daarna heeft hij alles opgebiecht. 
     En toen kwam het vreselijke moment waarop ze de stommiteit op moest biechten aan haar strenge vader.[1]
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[2]
  1. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “Kop in het zand” (2015), Uitgeverij Prometheus op Wikipedia, ISBN 9789044628142
  2. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be