biechtte op
- Geluid: biechtte op (hulp, bestand)
- biecht·te op
vervoeging van |
---|
opbiechten |
biechtte op
- enkelvoud verleden tijd van opbiechten
- Ik biechtte op.
- Jij biechtte op.
- Hij, zij, het biechtte op.
- Ik biechtte op.
- Het woord biechtte op staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.