Nederlands

 
Anatomie van het (rechter)oorvlies:
A - pars tensa
B - anulus fibrosus
C - umbo
D,E - hamer
F - pars flaccida
G - stijgbeugel
Uitspraak
Woordafbreking
  • oor·vlies
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord oorvlies oorvliezen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

oorvlies o [1]

  1. een membraan in het oor van zoogdieren, waaronder de mens, waarmee het oor geluid opvangt en doorgeeft aan de gehoorbeentjes
    • De gemeente heeft nu een duur onderzoek in zijn huis aangekondigd van een gespecialiseerd bureau. Audioloog Van Hengel onderscheidt twee vormen van nare geluiden in het oor. „De ene wordt veroorzaakt door tinnitus, waarbij er een overreactie van de hersenen optreedt op het oorvlies. Het geluid is er dan niet echt, maar wordt wel waargenomen. Dat noemen wij een fantoomwaarneming. Ons bureau is gespecialiseerd in de behandeling van mensen met tinnitus. [2] 
    • De beklaagde pakte toen de minderjarige hard aan uit jaloezie om een vriendinnetje. Het slachtoffer liep een geperforeerd oorvlies op. [3] 
Synoniemen
79 % van de Nederlanders;
82 % van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Gangbaarheid

Verwijzingen