oorlogsvliegtuig

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  oorlogsvliegtuig    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• oor·logs·vlieg·tuig

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  oorlog  en  vliegtuig  met het invoegsel -s- 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	oorlogsvliegtuig	oorlogsvliegtuigen
verkleinwoord	oorlogsvliegtuigje	oorlogsvliegtuigjes

Zelfstandig naamwoord

het oorlogsvliegtuig o

1. (militair) een vliegtuig (of helikopter) dat vooral ten tijde van oorlog actief ingezet wordt om de vijand aan te vallen en voor andere strategische doeleinden.

Verwante begrippen

• gevechtsvliegtuig, jachtvliegtuig, bommenwerper, straaljager, gevechtshelikopter‎, aanvalshelikopter, onderscheppingsvliegtuig‎, verkenningsvliegtuig‎, onderscheppingsvliegtuig, onderscheppingsjager, interceptor

Gangbaarheid

• Het woord oorlogsvliegtuig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.