Nederlands

 
Parende Eudorylaus-soort
Uitspraak
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • oog·kop·vlieg
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord oogkopvlieg oogkopvliegen
verkleinwoord oogkopvliegje oogkopvliegjes

Zelfstandig naamwoord

de oogkopvliegv / m

  1. (tweevleugeligen) insect uit de familie Pipunculidae   uit de orde van de tweevleugeligen (Diptera), onderorde vliegen (Brachycera). Wereldwijd omvat deze familie zo'n 22 genera en 1428 soorten. In Nederland zijn 9 soorten inheems
Hyperoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie

Meer informatie