oogaandoening
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- oog·aan·doe·ning
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van oog zn en aandoening zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | oogaandoening | oogaandoeningen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de oogaandoening v
- (medisch) ziekte van het ogen
- Medewerkers van de Landelijke Inspectiedienst Dierenbescherming (LID), de Dierenpolitie Oost-Nederland en Dierentehuis Arnhem hebben de katten woensdag uit de woning gehaald. De instanties waren gaan kijken na klachten van omwonenden over stank. Behalve de twee bewoners troffen zij de tientallen katten aan. Veel dieren waren sterk vermagerd of hadden last van oogaandoeningen.[1]
- Een kwart van de ouderen die zich heeft laten testen in een van de zogeheten oogbussen, bleek een oogaandoening te hebben zonder daarvan op de hoogte te zijn. In de meeste gevallen hadden ze staar, of een bril op de verkeerde sterkte.[2]
Hyponiemen
Gangbaarheid
- Het woord oogaandoening staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Het Parool 6 FEBRUARI 2014 Arnhemse woning zwaar vervuild door 56 katten
- ↑ Het Parool 19 OKTOBER 2011 Kwart ouderen heeft oogaandoening zonder het te weten