onzorgvuldigheid
- on·zorg·vul·dig·heid
- Afgeleid van zorgvuldig met het voorvoegsel on- en met het achtervoegsel -heid.
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | onzorgvuldigheid | onzorgvuldigheden |
verkleinwoord |
de onzorgvuldigheid v
- het niet of in onvoldoende mate zorgvuldig zijn
- Brand ontstaat vaak door onzorgvuldigheid.
- Het woord onzorgvuldigheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.