onweersdag
- Geluid: onweersdag (hulp, bestand)
- IPA: / ˈɔnwerzˌdɑx / (3 lettergrepen)
- on·weers·dag
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | onweersdag | onweersdagen |
verkleinwoord | - | - |
de onweersdag m
- (meteorologie) etmaal met donder
- ▸ Een onweersdag is een dag waarop ergens op een weerstation van het KNMI minstens één donderklap wordt gehoord. Jaarlijks loopt het aantal onweersdagen uiteen van 21 in het noordoosten van het land tot 34 boven het westen van Brabant (gemiddeld over de periode 1981-2010).[1]
- dag die door veel of heftige donderbuien wordt gekenmerkt
- ▸ Wat blijft, ook op deze treurige onweersdag, is de grote schoonheid van het oude Dubrovnik, die weinigen onberoerd heeft gelaten die de stad ooit hebben gezien.[2]
- Het woord 'onweersdag' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ Weblink bron Gearchiveerde versie “Uitleg over : Onweersdagen” op knmi.nl
- ↑ Weblink bron Raymond van den Boogaard“De 15de-eeuwse fontein van Dubrovnik is nu een groot, zwart gat” (18 november 1992) op nrc.nl