• on·ver·draag·zaam
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen onverdraagzaam onverdraagzamer onverdraagzaamst
verbogen onverdraagzame onverdraagzamere onverdraagzaamste
partitief onverdraagzaams onverdraagzamers -

onverdraagzaam

  1. zich altijd verzettend tegen wat afwijkt van de eigen opvattingen
    • Juist de mensen die net bekeerd zijn vertonen vaak onverdraagzaam gedrag. 
100 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[2]