ontzilten
- ont·zil·ten
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
ontzilten |
ontziltte |
ontzilt |
zwak -t | volledig |
ontzilten
- overgankelijk van opgelost zout ontdoen, ontzouten
- Zeewater kan met omgekeerde osmose ontzilt worden.
- ergatief het zout verliezen
1. van opgelost zout ontdoen
- Het woord ontzilten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "ontzilten" herkend door:
92 % | van de Nederlanders; |
92 % | van de Vlamingen.[1] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be