ontvluchten
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: ontvluchten (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ont·vluch·ten
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
ontvluchten |
ontvluchtte |
ontvlucht |
zwak -t | volledig |
Werkwoord
ontvluchten
- ergatief door te vluchten aan iets ontkomen
- Hij was de grote drukte net op tijd ontvlucht.
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord ontvluchten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "ontvluchten" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be