ontslapene
- Geluid: ontslapene (hulp, bestand)
- ont·sla·pe·ne
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ontslapene | ontslapenen |
verkleinwoord |
- iemand die is overleden
- ▸ 't Was of hij mij, ontslapene, bekeek Om voor mijn graf de maat te weten.[1]
- ▸ Een traditie van herdenken van alle heiligen, martelaren en zalig ontslapenen is om meerdere redenen ook profijtelijk. In de eerste plaats omdat wij dan zullen zien dat er –in alle veelkleurigheid en veelvormigheid van het verleden van de kerk– een kern is, een oecumene van het hart, die alle verschillen uiteindelijk tenietdoet.[2]
- Het woord ontslapene staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ “Dokter Zjivago” (1957), G.A. van Oorschot , ISBN 9789028261396
- ↑ Weblink bron Dr. Bart Jan Spruyt“Zet heiligen op de kalender” (31 oktober 2014), Reformatorisch Dagblad