ontlening

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ont·le·ning
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord ontlening ontleningen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

ontlening v [1]

  1. het ontlenen
  2. (taalkunde) een woord of uitdrukking overgenomen uit een andere taal
Verwante begrippen

Gangbaarheid

78 % van de Nederlanders;
96 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen