• ont·haas·ten
  • afleiding van haasten met het voorvoegsel ont-
  • Ingevoerd in de jaren 90, onder invloed van de "Slow Food" beweging, geïnitieerd door de Italiaanse socioloog en voedselcriticus Carlo Petrini, die het opkomen van fastfood in zijn land bekritiseerde.

onthaasten

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
onthaasten
onthaastte
onthaast
zwak -t volledig
  1. bewust kiezen voor ontspanning, vrije tijd, als reactie op drukte, stress, werkdruk, het snel nuttigen van maaltijden, enz.
    • Ondanks alles even ontsnappen, onthaasten, terug naar een fractie natuur die hen rest. Koppig wachten op een beet, de hengel als opgestoken middenvinger op een lome zomerdag. [1] 
    • Hijzelf is een trouw Ierlandganger. "Om te onthaasten. Geweldige natuur en cultuur. En Ieren lijken vaak net gewoon Vlamingen."[2] 
    • Ook de protestanten, verenigd in PKN, plaatsen zichzelf sinds vorige maand in de markt met posters. Daarop is de kerk niet alleen een plek om te geloven, maar ook om te onthaasten en zelfs om te twijfelen. 'We willen het beeld bijstellen', aldus een woordvoerster. [3] 
98 % van de Nederlanders;
96 % van de Vlamingen.[4]
  1. de Standaard 2 september 2017
  2. Tubantia Frans Boogaard 28-08-2017
  3. Volkskrant Bart Jungmann 2 februari 2017
  4.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be