Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ont·aard
Woordherkomst en -opbouw
  • vervoeging van ontaarden: de stam zonder -d omdat de stam al op -d eindigt en zonder ge- vanwege voorvoegsel
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen ontaard ontaarder ontaardst
verbogen ontaarde ontaardere ontaardste
partitief ontaards ontaarders -

Bijvoeglijk naamwoord

ontaard [1]

  1. zijn ware aard verloren hebbend (en als zodanig afkeurenswaardig)
    • De nazi's beschouwden moderne kunst van o.a. Paul Klee als ontaard 
Vertalingen

Werkwoord

vervoeging van
ontaarden

ontaard

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ontaarden
    • Ik ontaard. 
  2. gebiedende wijs van ontaarden
    • Ontaard! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ontaarden
    • Ontaard je? 
vervoeging van: ontaarden…
verbogen vorm: ontaarde

ontaard

  1. voltooid deelwoord van ontaarden

Gangbaarheid

97 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen


Afrikaans

stamtijd
infinitief voltooid
deelwoord
ontaard
ontaard
volledig

Werkwoord

ontaard

  1. ontaarden