onomkeerbaar
- on·om·keer·baar
- afleiding van omkeerbaar met het voorvoegsel on-
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | onomkeerbaar | onomkeerbaarder | onomkeerbaarst |
verbogen | onomkeerbare | onomkeerbaardere | onomkeerbaarste |
partitief | onomkeerbaars | onomkeerbaarders | - |
onomkeerbaar
- niet terug te draaien
- De breuk tussen de twee gelieven was onomkeerbaar.
- Sinds wat de ‘Great Acceleration’ wordt genoemd (de periode van 1945 tot nu) zijn er dusdanig veel broeikasgassen in omloop gebracht dat er zich iets onomkeerbaars heeft voltrokken. [1]
- Het woord onomkeerbaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "onomkeerbaar" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ www.nrc.nl (1 apr 2022)
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be