irreversibel
- ir·re·ver·si·bel
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘onomkeerbaar’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1912 [1]
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | irreversibel | irreversibeler | irreversibelst |
verbogen | irreversibele | irreversibelere | irreversibelste |
partitief | irreversibels | irreversibelers | - |
irreversibel
- (medisch) onomkeerbaar
1. onomkeerbaar
- Het woord irreversibel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "irreversibel" herkend door:
69 % | van de Nederlanders; |
77 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ "irreversibel" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be